Ontwikkeling en psychomotoriek van de baby: wat je moet weten
Toen je zwanger was, heb je je ongetwijfeld vragen gesteld. Over de zwangerschap zelf, over je gevoelens voor dat kleine wezentje in je buik en hoe je die negen intieme maanden samen zou beleven... Nu je baby er eenmaal is, duiken er weer andere vragen op. Vragen die te maken hebben met zijn ontwikkeling. Wat de milestones in zijn evolutie zijn, bijvoorbeeld. Of wat je absoluut moet weten als je baby opgroeit.
Vanaf de geboorte zal je kindje blijven evolueren. Zijn hersenen blijven zich immers het hele eerste levensjaar door ontwikkelen. Dat kun je zien, wanneer hij zich bijvoorbeeld rechtop begint te trekken. Maar er doen zich ook heel wat ontwikkelingen voor die verborgen blijven voor het oog. Eén ding staat vast: je kindje heeft zoveel te leren dat je soms bang bent een belangrijke stap te missen.
Je hoort vaak over de ‘psychomotorische ontwikkeling’ van kinderen. Maar wat betekent deze term eigenlijk? Er is zoveel informatie beschikbaar dat je door de bomen het bos misschien niet meer ziet. In dit artikel vind je alvast enkele richtingaanwijzers.
Eerst en vooral
Met de term ‘psychomotorische ontwikkeling’ wordt over het algemeen verwezen naar het groeiende vermogen van je kindje om zijn hersenen, spieren en bewegingen te coördineren. Verder wordt er een onderscheid gemaakt tussen de evolutie van de ‘grove motoriek’ en de ‘fijne motoriek’. Hieronder gaan we op beide dieper in.
Elk zijn eigen ritme
Eerst en vooral dit: het ene kind is het andere niet. De info die we hier geven, is algemeen en we beseffen maar al te goed dat elk kind zijn eigen ritme heeft. Sommige kindjes zullen sneller en verder evolueren op één domein, terwijl andere kindjes dan weer op andere domeinen een voorsprong zullen nemen. Jouw dreumes zal misschien heel snel lopen, maar zijn eerste woordjes zullen wat op zich laten wachten. De dreumes van je nicht, daarentegen, kan al snel een hele resem woordjes uitkramen, maar … zal enkele maanden langer kruipen. Toch een twijfeltje? Dan is je huisarts of kinderarts de geknipte persoon om je te adviseren.
Algemene ontwikkeling
Zodra baby’s thuiskomen bij de ouders, evolueren ze al heel snel, vaak zonder dat je dat echt in de gaten hebt. Wist je bijvoorbeeld dat de maag van je baby in het begin niet groter is dan een knikker? Dat verklaart waarom je zou kunnen denken dat hij wel erg vaak om borstvoeding of om zijn flesje vraagt. Hij kan namelijk maar kleine hoeveelheden eten en is snel verzadigd. Vandaar dat hij ook weer snel honger heeft. Na één weekje bij jou thuis heeft zijn maagje echter al de grootte van een noot bereikt!
Wanneer je kleine spruit ongeveer twee maanden oud is, begint hij naar jou te glimlachen en kleine geluidjes te maken. Rond drie maanden begint hij te ‘praten’. Hij gebruikt natuurlijk niet dezelfde taal als jij, maar kan wel een aantal dingen duidelijk maken, op zijn eigen manier, met kleine kreetjes en gebrabbel. Wanneer je hem in de armen houdt, kijkt hij je graag in de ogen. En als je hem liefkozend toespreekt, krijg je gegarandeerd reactie!
Over het algemeen gaan kindjes vanaf de leeftijd van 6 maanden dingen zeggen die op woorden lijken. Het gaat over geluiden als 'mamama' of 'adababada'. Bedenk dat hoe meer je met je kindje praat, hem dingen laat zien of hem uitlegt wat je precies aan het doen bent, hoe meer woorden hij zal herkennen en geleidelijk aan zelf zal kunnen zeggen. Vanaf 9 maanden begint je kleintje dan ook een hele reeks woorden te herkennen die jij regelmatig gebruikt.
Een van de eerste woorden die hij herkent, is doorgaans zijn voornaam. Aarzel dus niet om hem zo vaak mogelijk bij zijn voornaam te noemen. Na ongeveer 12 maanden begint je kindje echte woorden te gebruiken. Hij zal zeker beginnen met woorden als ‘papa’ en ‘mama’, of ‘melk’, omdat dit woorden zijn die hij vaak hoort en die zijn aandacht trekken. Pas op welke woorden je in het bijzijn van je kleintje gebruikt, want je zou wel eens grappige situaties kunnen meemaken van zodra hij begint te praten…
Gewicht van de baby
Doorgaans verliest een baby na de geboorte tot wel 10% van zijn oorspronkelijke gewicht, wat volkomen normaal is. Geen paniek: binnen de twee à drie weken heeft hij dat verschil al helemaal opgehaald. Na 4 of 5 maanden is zijn geboortegewicht verdubbeld en na 1 jaar weegt hij zelfs drie keer zoveel! Sterke armspieren verzekerd, gezien het aantal uren dat je kleintje in je armen zal doorbrengen!
Ontwikkeling van de grove motoriek
Met ‘grove motoriek’ bedoelen we het gebruik van grote spiermassa’s om bewegingen als stappen, rennen, springen, enz. mogelijk te maken.
Zoals je weet heeft je kindje bepaalde aangeboren reflexen. Als je een baby ‘rechtop’ houdt, dan gaat hij automatisch stapbewegingen maken. Denk ook aan de zuigreflex of de merkwaardige reflex om zijn handje om je vinger te klemmen. Deze acties worden ook wel ‘primitieve reflexen’ genoemd, waarvan er een aantal in de eerste weken verdwijnen om pas later opnieuw de kop op te steken. Na 2 maanden beginnen deze primitieve reflexen plaats te ruimen voor bewuste, intentionele reflexen.
Houding
Bij de geboorte en tijdens de eerste weken van zijn leven kan je baby zijn hoofd niet zonder hulp rechtop houden. Dat komt omdat hoofd en rug nog niet voldoende gespierd zijn. Bij de geboorte bedraagt het hoofd van een baby een kwart van zijn totale grootte. Bij een volwassene is dat maar een zevende. Geleidelijk aan ontwikkelen de rugspieren zich en zie je de houding van je lieve schat veranderen. Zijn armen en benen houdt hij daarbij voornamelijk naar zich toe gebogen, zoals toen hij in foetushouding in jouw buik zat.
Als hij 3 à 4 maanden is, kan een baby zijn hoofd rechtop houden en wordt zijn rug ook wat steviger. Als hij op zijn buik of rug ligt, is hij in staat om autonoom op zijn zij te rollen. Na ongeveer 6 maanden kan hij zelf gaan zitten zonder om te vallen. Vanaf dit moment - hij is dan tussen de 6 en 10 maanden - kan hij zich beginnen te amuseren en op verkenning gaan in je interieur! Op het programma: rondkruipen, op de billen voortschuiven, op handen en voeten lopen, de pret kan niet op! En elk kind doet dat op zijn eigen, unieke manier.
En dan komt de loopfase eraan. Voor sommige baby’s heel snel, anderen wachten er iets langer mee. Hoe dan ook, kinderen beginnen gemiddeld tussen de 11 en 18 maanden te lopen. Wat ook kan, is dat jouw kindje de kruipfase gewoon overslaat. Hij vindt het veel leuker om maar meteen op twee benen te staan! Hij wil immers de wijde wereld ontdekken en grijpt daarbij naar alles wat hij op zijn weg tegenkomt. De loopkunsten van je dreumes blijven zich perfectioneren tot zijn 3 à 4 jaar. Rennen, springen, vallen en weer opstaan: na een tijdje heeft hij het hele gamma onder de knie.
Ontwikkeling fijne motoriek
De ‘fijne motoriek’ omvat bewegingen waarbij de kleinere spieren van je kind betrokken zijn. Deze spiertjes zijn nodig voor alle mogelijke precisiehandelingen. Anders gesteld: de ontwikkeling van de fijne motoriek zorgt voor de behendigheid. Het gaat hier vooral om hand- en vingerbewegingen.
Vanaf de eerste weken merk je dat je baby ook al geïnteresseerd is in zijn handen, en dat hij zijn armen en benen laat bewegen. In het begin kan hij de afstanden tussen zijn handen en wat hij ziet nog niet goed inschatten. Vanaf 3 maanden zien we hem af en toe zijn hand uitstrekken naar een voorwerp, om het te grijpen. Hij slaagt er ook al in om enkele seconden lang in het object te knijpen. Als je beweegt, zal hij zijn hoofd draaien om je te volgen met zijn ogen. Hetzelfde gebeurt als je een voorwerp voor zijn neus zet. Hij zal het volgen van links naar rechts om het niet uit het oog te verliezen. Tegen dat hij 4,5 maand is, is zijn vermogen om afstanden in te schatten en objecten en mensen te volgen al een heel stuk verbeterd.
Vanaf de leeftijd van 9 tot 12 maanden zal je baby zijn armpjes beginnen uit te strekken, opdat je hem in de armen zou nemen. Hij kan jou tegen dan ook al een voorwerp tonen dat hem heel erg boeit.
De fijne motoriek wordt beter naarmate je kindje ouder wordt. Het begint allemaal met de voorbeelden die we hiervoor gaven, maar de ontwikkeling gaat verder: binnen de lijntjes kleuren, met een schaar knippen, z’n veters dichtknopen (tegen dat hij 6 jaar is), enz. Daarna ook met ballen jongleren, over een koord lopen (in de context van een avonturenparcours, bijvoorbeeld) en talloze andere activiteiten, die zelfs wij als volwassenen nog kunnen bijleren.
Conclusie
Zoals we hierboven zegden, is elk kind anders en evolueert elk kind op zijn eigen tempo. Jouw rol is vooral om hem/haar te ondersteunen in die ontwikkeling, en ervoor te zorgen dat hij/zij in de best mogelijke omstandigheden opgroeit om verder te komen in het leven. Infino wil jou daarin, waar mogelijk, bijstaan. Mocht je, samen met je huisarts of kinderarts, vaststellen dat jouw baby wat trager evolueert dan gebruikelijk, weet dan dat je misschien kan genieten van een aanvulling op de gezinstoelagen. Voor elke vraag over dit onderwerp, zie onze websiteof neem contact op met uw dossierbeheerder.