1. De (half)wezentoeslag
Kinderen die al wees waren voor 01 januari 2019 behouden hun wezenbijslag in het oude systeem, alsook de regels die erop van toepassing zijn. We houden steeds rekening met de situatie van de overlevende ouder om het recht op de wezentoeslag te onderzoeken. (een nieuw samengesteld gezin vormen of hertrouwen).
We maken een onderscheid tussen het overlijden vòòr 2019 of na 2019:
|
Wees geworden voor 2019 |
Wees geworden na 1 januari 2019 |
Verhoogde wezenbijslag |
€ 398,39
|
€ 180,18 in geval van ‘volle wees’*
€ 144,16 in geval van ‘halve wees’**
|
Oorlogswees |
| € 2,48 |
*Wat is een volle wees?
- beide ouders zijn overleden of afwezig verklaard
- de enige ouder is overleden/afwezig verklaard
- één ouder is overleden en de andere ouder is afwezig verklaard
- de afwezigheid van één ouder werd vastgesteld en de andere ouder is reeds overleden
**Wat is een halve wees?
- één van de ouders is overleden/afwezig verklaard.
De wezentoeslag voor kinderen waarvan de ouder(s) overleden is/zijn (of afwezig verklaard) vanaf 1/1/2019 is onvoorwaardelijk
Het kind krijgt de wezentoeslag zolang het recht heeft op een Groeipakket. Ook wanneer de overlevende ouder een nieuw gezin vormt of hertrouwt.
Het overlijden van een partner zorgt vaak ook voor inkomensverlies. Binnen het Groeipakket is het daarom mogelijk om de wezentoeslag te combineren met een sociale toeslag.
*De bedragen worden jaarlijks geïndexeerd.
Bron: https://www.groeipakket.be/tegemoetkomingen/wezentoeslag
Kinderen geboren vóór 1 januari 2019 (en die recht hebben op de overgangsbedragen), die wees worden vanaf of na 1 januari 2019, hebben in principe vanaf de maand van het overlijden van één van de ouders recht op de nieuwe groeipakketbedragen. Dit kan er soms toe leiden dat die kinderen na het overlijden van een ouder een lager bedrag krijgen dan voordien. Om hieraan te verhelpen werd het Groeipakketdecreet aangepast op 1 augustus 2022.
Sinds 1 augustus 2022 dient een vergelijking gemaakt te worden van het recht op gezinsbijslagen die ontvangen worden in de maand voor het overlijden en deze die zouden ontvangen worden in het gezin na het overlijden. Aldus moet de vergelijking gemaakt worden tussen het basisbedrag en de leeftijdsbijslag in de overgangsregeling en het basisbedrag en de wezentoeslag in het Groeipakket.
Als de weeskinderen samen minder gezinsbijslagen (basisbedrag + wezentoeslag) zullen ontvangen dan in de maand voor het overlijden (basisbedrag + leeftijdstoeslag), dan behouden deze weeskinderen het bedrag van het oude basisbedrag en de leeftijdstoeslag en dit tot één van de weeskinderen die recht geeft op gezinsbijslag het gezin verlaat of geen recht meer heeft. Vanaf de daaropvolgende maand wordt voor de rechtgevende weeskinderen dan het basisbedrag + wezentoeslag (groeipakketbedragen) uitbetaald.
Vermoed je dat je in een situatie zit die hierboven bedoeld wordt en werd jouw dossier overgezet naar de nieuwe wezenbijslag vóór 1/8/2022, neem dan contact met ons op zodat wij jouw dossier kunnen herbekijken.
Contact
2. De toeslag voor kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte
Indien je kind bijzondere zorg nodig heeft, kan deze toeslag aangevraagd worden. Het maandelijkse bedrag is afhankelijk van de ernst van de aandoening. De "punten" worden toegekend door een gespecialiseerde arts.
Minstens 4 punten in de 1ste pijler en minder dan 6 punten over de drie pijlers
| € 90,94
|
6 – 8 punten over de drie pijlers en minder dan 4 punten in de 1ste pijler
| € 121,11
|
9 – 11 punten over de drie pijlers en minder dan 4 punten in de 1ste pijler
| € 282,63
|
6 – 8 punten over de drie pijlers en ten minste 4 punten in de 1ste pijler
| € 466,54
|
9 – 11 punten in de drie pijlers en ten minste 4 punten in de 1ste pijler
|
12 – 14 punten over de drie pijlers
|
15 – 17 punten over de drie pijlers
| € 530,49
|
18 – 20 punten over de drie pijlers
| € 568,38
|
+ 20 punten over de drie pijlers
| € 606,27
|
Zorgtoeslag voor kinderen geboren voor 2019
Dat extra bedrag noemen we de zorgtoeslag voor kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte (vroeger heette dat de ‘verhoogde kinderbijslag’).
Een kind met een ondersteuningsnood heeft maximaal onvoorwaardelijk recht op het basisbedrag tot de maand waarin het 21 jaar wordt of tot het einde van de erkenning.
Bron: Groeipakket.be en https://www.groeipakket.be/tegemoetkomingen/zorgtoeslag-ondersteuningsbehoefte
Hoe vraag ik deze toeslag aan?
- Neem contact op met ons, je uitbetaler. Wij versturen je aanvraag door naar dienst ZOE van Agentschap Opgroeien.
- Agentschap Opgroeien dienst ZOE zal contact met je opnemen en de nodige formulieren opsturen – is je eBox* geactiveerd, ontvang je de formulieren digitaal
- De evaluatie gebeurt meestal op basis van documenten in je aanvraagdossier. Een consult gebeurt meestal onder de vorm van beeldbellen (videoconsult). Uitzonderlijk kan het ook ter plaatse in de artsenpraktijk.
- Eens de beslissing genomen is door ZOE, voorzien wij de uitbetaling van de zorgtoeslag afhankelijk van het aantal punten.
(*Activeer je eBox als die nog niet in gebruik is (niet verplicht). Via je eBox ontvang je dan alle communicatie vanuit Opgroeien online. Dat verloopt veiliger en sneller. Heb je je eBox nog niet geactiveerd, dan ontvang je alle communicatie per brief.)