Beroepsinkomsten en uitkeringen in binnen- en buitenland die meetellen:
- Inkomsten als internationale ambtenaar: inkomsten die voortvloeien uit een tewerkstelling bij een Europese of internationale instelling, voor hun totaalbedrag, verminderd met de persoonlijke bijdragen tegen de door hun instelling van internationaal publiek recht verzekerde sociale zekerheidsrisico's.
Beroepsinkomsten (ook buitenlandse) voor werknemers: belastbare beroepsinkomsten en/of uitkeringen voor aftrek van de beroepskosten. Beroepsinkomsten voor zelfstandigen: netto belastbare inkomsten vermenigvuldigd met 100/80
- Beroepsinkomsten voor zelfstandigen: netto-inkomsten als zelfstandige, vermenigvuldigd met de factor 100/80;
- Werkloosheidsuitkeringen;
- Pensioenen;
- Leefloon of equivalent;
- Inkomensvervangende tegemoetkoming;
- Alle andere belastbare uitkeringen;
- 80 % van de ontvangen onderhoudsgelden (het gaat om onderhoudsgeld voor ex-partners, niet om alimentatie voor kinderen);
- Driemaal het geïndexeerd kadastraal inkomen vreemd gebruik;
- Eenmaal het geïndexeerd kadastraal inkomen voor eigen beroepsdoeleinden;
- Alle inkomsten die voortvloeien uit de beroepsactiviteit van de personeelsleden van een Europese of andere internationale instelling. De inkomsten worden verminderd met de persoonlijke bijdragen voor de verzekering die de instelling organiseert om socialezekerheidsrisico’s te dekken.
Beroepsinkomsten en uitkeringen die NIET meetellen:.
- Alle toelagen uit het Groeipakket of andere gezinsbijslagen;
- Alimentatie voor de kinderen;
- Roerende inkomsten;
- Loon en vakantiegeld in het kader van een flexi-job;
- Maaltijd- en ecocheques;
- Tegemoetkomingen voor hulp van derden, hulp aan bejaarden, integratietegemoetkomingen voor personen met een handicap, tegemoetkomingen van de Vlaamse zorgverzekering;
- Onkostenvergoedingen voor onthaalouders betaald door Kind en Gezin;
- Forfaitaire vergoedingen voor de voogdij over niet-begeleide minderjarige vreemdelingen;
- Achterstallen die betrekking hebben op een vorig jaar;
- Verbrekingsvergoedingen voor volgende jaren en vervroegd vakantiegeld.
Welke bewijsstukken moet je meesturen?
- Werknemers: je loonbrief of een attest van de werkgever dat het maandelijkse belastbaar inkomen vermeldt;
- Zelfstandigen: een verklaring van de boekhouder of het sociaal verzekeringsfonds die het maandelijkse netto-inkomen vermeldt;
- Internationale ambtenaren: je loonbrief of een attest van de werkgever dat het maandelijkse inkomen vermeldt;
- Vervangingsinkomens: een attest van de uitbetalingsinstelling dat de maandelijks uitbetaalde bedragen vermeldt;
- Geen inkomen: een attest van het OCMW waaruit blijkt dat er geen recht is op een leefloon of een equivalent van het leefloon.
Van wie tellen de beroepsinkomsten mee?
Je eigen beroepsinkomsten en/of uitkeringen en die van je partner of de persoon met wie je een feitelijk gezin vormt, tellen mee. Jullie vormen een feitelijk gezin als jullie:
- samenwonen en gedomicilieerd zijn op hetzelfde adres;
- geen bloed- of aanverwanten zijn tot en met de 3e graad (dus geen ouders, kinderen, broers, zussen, grootouders, ooms, tantes);
- samen het huishouden regelen, hetzij financieel, hetzij op een andere ondersteunende manier.
Wat als je samenwoont met meerdere personen met wie je niet verwant bent tot en met de 3e graad?
Je vormt slechts een feitelijk gezin met een van die personen, volgens deze voorrang:
- de persoon met wie je gehuwd bent;
- de andere ouder van het kind;
- de persoon met wie je samen een gezinswoning hebt gekocht of gebouwd;
- de persoon met wie je samen de kinderen opvoedt;
- de persoon met wie je het langst samenwoont.
Wat als wij niet onmiddellijk in 2019 een sociale toeslag kunnen toekennen?
In 2021 ontvangen we van de belastingdienst (Federale Overheidsdienst Financiën) je belastbare beroepsinkomsten en/of uitkeringen van 2019, verhoogd met de beroepsinkomsten. Als daaruit blijkt dat je gezinsinkomen het grensbedrag niet overschrijdt betalen we alsnog de sociale toeslag voor die maanden waarvoor je er geen ontving.
Breng ons altijd op de hoogte wanneer je gezinssituatie wijzigt.
Laat het ons zeker weten als:
- je alleen gaat wonen;
- je trouwt of gaat samenwonen;
- er een kind bijkomt in je gezin voor wie je een Groeipakket ontvangt;
- een kind dat recht had op een Groeipakket je gezin verlaat;
- jij of je partner een inkomensvervangende tegemoetkoming (1), een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (2) of een integratietegemoetkoming (3) ontvangt;
- jij of je partner een pensioen aansluitend op ziekte-uitkeringen ontvangt;
- je arbeidsongeschikt bent of je partner dat is;
- jij of je partner uitkeringen voor een arbeidsongeval ontvangt;
- je een overlevingspensioen ontvangt;
- je een herziening van het aanslagbiljet 'aanslagjaar 2017 - inkomstenjaar 2016' ontvangt.
(1) Een inkomensvervangende tegemoetkoming is er voor personen met een beperking die niet (langer) in staat zijn om meer dan een derde te verdienen van wat een gezond persoon op de arbeidsmarkt kan verdienen.
(2) Een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (dit heet nu zorgbudget voor ouderen met een zorgnood) kan je ontvangen als je 65 jaar of ouder bent en je zelfredzaamheid beperkt is.
(3) Een integratietegemoetkoming wordt toegekend aan personen met een beperking die bijkomende kosten hebben doordat ze minder zelfredzaam zijn.